Twee praktijkscholen met ieder een eigen identiteit ondergebracht in één gebouw, dat is het belangrijkste ingrediënt van deze opgave. In het gebouw, dat op een prominente plek aan een wijkontsluitingsweg is komen te staan, zijn de afdelingen Techniek, Zorg en Welzijn en Groen ondergebracht. De leerlingenstromen van beide scholen zijn gescheiden van elkaar door eigen trappen die elkaar kruizen in de gemeenschappelijke vide. Hiervoor is de term ‘wokkelen’ geïntroduceerd.
Door de verschillende hoogtes van lokalen en ruimten ontstaat een interessante wandeling en leerroute door het gebouw, waarbij de ruimtelijkheid en transparantie, ontmoeting en ontwikkeling centraal staan. De vorm van het gebouw en de schuine lijnen in de gevels verraden iets van de dynamische leeromgeving binnen in het gebouw en dragen een gemeenschappelijkheid uit. Beide scholen zijn herkenbaar door een eigen kleur in de gevel die uit een aluminium beplating bestaat, voorzien van een krokodillenprint.
Door centraal in het gebouw op de eerste verdieping binnen te komen ontstaat Een heldere zonering van drukke en rustige ruimtes en worden korte looplijnen gecreëerd. Vanuit deze centrale ruimte heeft men zicht op de diverse praktijkruimten op de begane grond en wijzen de trappen de weg naar lokalen van de onderbouw die veilig en rustig op de bovenste verdieping zijn ondergebracht.
Anders dan doet vermoeden levert het kleuren palet, dat in overleg met leerlingen en leraren tot stand is gekomen, een prikkelarme leeromgeving op. De verzadigde roodtinten van de wanden en vloer vormen samen met de zwarte plafonds een geheel, waarbij niet de signaalfunctie van rood benadrukt wordt, maar juist de warmte en geborgenheid tot uitdrukking komt.